XTC werd al in de tweede helft van de jaren 70 opgericht door Andy Pärtridge en Colin Moulding. De groep is een typische exponent van wat later britpop zou gaan heten. De muziek uit hun beginperiode kan je omschrijven als post-punk of meer gangbaar, new-wave.
Aangevuld met drummer Terry Chambers repeteerden ze aanvankelijk eigen materiaal totdat ze een stevig en energiek podiumtrio waren.
![]() |
| Andy Partridge |
Een typerende anekdote uit hun documentaire This is Pop is wanneer de gitarist van dienst op een sessie plots een Chuck Berry-cliché uit de gitaar knijpt, de gekende dipstick lick zoals hier in het dit Youtube lesje te zien is (de rest mag je skippen):
De single Statue Of Liberty veroorzaakt in 1978 beroering omdat - onvoorstelbaar vandaag - het zinnetje In my fantasy I sail beneath your skirt niet door de beugel kon op de BBC. Maar behalve dat braken de twee eerste albums White Music (1978) en Go 2 (1978) niet veel potten.
De doorbraak komt er een jaar later met de Drums and Wires (1979). Hier kiest de band voor een mainstream popgeluid. Ze waren het ondertussen namelijk wat beu geworden om de Talking Heads uit de Aldi te zijn.
De meeste mensen zijn waarschijnlijk wel bekend met de single Making Plans For Nigel. Hun sound neigt op dat moment nog steeds meer naar pakweg The Police dan naar pakweg de late Beatles. Maar dat zou veranderen.
![]() |
| Colin Moulding |
In plaats daarvan werkt Colin samen met Partridge hard aan een opvolger voor Drums and Wires. Black Sea (1980) is een beetje een overgangsplaat. Er komt meer gitaar op de voorgrond en de arrangementen zijn spaarzamer.
Tussen 1980 en 1981 tourt de band als voorprogramma van The Police om Black Sea te promoten. Vliegtuig op, vliegtuig af, spelen in grote stadions, vandaag Cleveland, morgen Nieuw-Zeeland...voor Partridge die worstelt met een verslaving aan Valium wordt het te veel en hij stort in. Hij wil niet langer toeren.
Er zijn bands die decennialang variaties op hetzelfde maken en bands die op enkele jaren tijd vervellen tot iets nieuws en zich steeds opnieuw heruitvinden. De plaat English Settlement (1982) wordt door fans en critici vaak als de allerbeste plaat van XTC beschouwd. Net zoals The Beatles na 1966 moet Partridge niet langer rekening houden met het feit of de arrangementen live te spelen zijn. XTC is nu een studioband en de fantasie kan de vrije loop.
Ook de inbreng van nieuwe gitarist Dave Gregory helpt bij het verdiepen van hun geluid. De single van English Settlement wordt Senses Working Overtime maar enkel omdat platenlabel Virgin daarvoor kiest. Zelf zegt Moulding dat het een beetje ironisch is dat de song lijkt op "iets wat Genesis of Queen zouden hebben gemaakt". Toevallig twee bands die enkele jaren daarvoor vaak werden weggehoond.
Songs als Yacht Dance en Melt The Guns lichten een tip van de sluier op over welke muzikale paden verder zouden verkend worden.
![]() |
| XTC |
Tot slot nog enkele van mijn favorieten. In 1986 verschijnt Skylarking. Te midden van hitparades met koele synthesizerpop is deze plaat een echte verademing.
De DukesOf The Stratosphere hebben hun sporen nagelaten en Skylarking staat vol invloeden uit de jaren 60. De productie is kamerbreed, vaak trippy en relaxed. Die productie was overigens niet probleemloos: een samenwerking met de Amerikaanse producer/muzikant Todd Rundgren. Dat liep best moeilijk. Vaak stonden de meningen van Partridge en Rundgren lijnrecht tegenover elkaar.
Toch mag het resultaat er zijn. Zoals de singles Grass maar vooral Dear God bewijzen. Een ontroerend maar bijtend statement waarbij een met zijn geloof worstelende agnost zich tijdens de drammerige bridge razend maakt op al het leed wat God de mensheid aandoet.
Uiteraard kan het niet anders dat dit liedje in de Verenigde Staten voor grote controverse zorgt. Interessant is dat Partridge zelf niet wild was van de song omdat de inhoud niet in overeenstemming was met zijn eigen genuanceerde kijk op religie. Desondanks werd het nummer voor meer simpele zielen een strijdlied tegen religie. Tja...
In de jaren 90 verschijnen de platen Oranges & Lemons (1989), een meer commercieel poprock album wat tracht de Amerikaanse markt verder te veroveren en Nonesuch (1992) met als singles Balad Of Peter Pumpkinhead en The Dissapointed.
De meeste songs worden nu door Andy Partridge alleen geschreven. Ook hij moet niet onderdoen voor originaliteit als tekstschrijver:Zoals in deze strofe:
Kiezen is verliezen, maar ik denk dat Apple Venus Volume 1 (1999) mijn favoriet album is Hierop worden de mogelijkheden van uitgebreide orkestratie en het gebruik van niet-conventionele akkoordenprogressies verder verkend.
De eerste track van dat album, River Of Orchids is fascinerend vanaf het eerste druppeltje tot de fade out. Laag na laag wordt iets magisch opgebouwd.
Easter Theatre, Knights In Shiny Karma, Greenman... voor mij staan er geen slechte songs op dit album.
Na het vervolgalbum, het rockende Wasp Star (Apple Venus Volume 2) (2000) en nog wat compilatiealbums is omstreeks 2008 de samenwerking Partridge/ Moulding stilaan opgedroogd. De laatste zou interesse in muziek en schrijven volledig zijn verloren en ook Partridge glijdt rustig naar zijn pensioen toe.
Vandaag, in 2021 vind ik deze band een beetje vergeten en ondergewaardeerd. Ik hoop met deze blogpost dit een klein beetje te hebben rechtgezet.
Meer info en discografie op:
https://www.musicmeter.nl/artist/15844/


